Op 6 september biedt Job van Amerongen in het Dagblad van het Noorden met het artikel ‘Familie zal moeten helpen in een verpleeghuis’ (zie hieronder) een oplossing voor de crisis in de ouderenzorg, in het bijzonder de verpleeghuizen. Een mantelzorgverplichting voor familieleden hoort daar volgens hem bij.
Dat het ‘vijf over twaalf’ is in de verpleeghuizen, zoals Van Amerongen stelt, onderschrijven we als Platform Hattinga Verschure helemaal. Veel familieleden die al mantelzorg verleenden in de thuissituatie, zullen dat graag blijven doen als hun dierbare wordt opgenomen. Maar dwang daarbij?
Juridische kaders bieden al langere tijd de mogelijkheid om voorbehouden handelingen, zoals insuline inspuiten en sondes inbrengen, te laten uitvoeren door mantelzorgers. Daarbij gelden wel de voorwaarden dat de client hier toestemming voor moet geven, de mantelzorger bekwaam is om de handelingen uit te voeren en alles in goed overleg gaat met betrokken zorgverleners. Er is niets op tegen om deze lijn door te trekken naar de verpleeghuissituatie. Maar daarvoor is wel een omslag nodig in het denken in veel verpleeghuizen.
De Groene Amsterdammer publiceerde op 12 juni een artikel met als veelzeggende titel ‘Mantelzorgers in het verpleeghuis. Familie is soms niet zo prettig’. Bij het overnemen van zorgtaken door mantelzorgers hoort ook het overdragen van zeggenschap. En uit alle signalen die wij binnenkrijgen, blijkt dat zorgprofessionals daar, ongetwijfeld met de beste bedoelingen, vaak moeite mee hebben. Een mantelzorger die liefdevol zijn of haar familielid in het verpleeghuis wil verzorgen, is geen ondergeschikte die bevelen van de beroepskracht uitvoert, maar iemand die volwaardig mee wil praten en beslissen.
Er is crisis in de ouderenzorg en het is heel hard nodig dat er meer verpleeghuizen komen, zoals Van Amerongen ook stelt. In die verpleeghuizen kunnen mantelzorgers een aanzienlijke rol spelen. Dat willen ze vaak ook – als ze serieus genomen worden en niet gezien worden als lastige bemoeials. Ons advies: ga daar aan werken. En laat het woordje dwang vooral achterwege.
Janny Scholma,
Voorzitter